Trainingsleer: Alles wat je moet weten over supercompensatie
Wat gebeurt er in je lichaam als je aan het trainen slaat? Natuurlijk word je sneller/fitter/slanker/gespierder, maar er gebeurt veel meer interessants. Omdat er allerlei fantastistische mechanismes opstarten die elk de moeite waard zijn om meer over te weten komt er een serie blogs over trainingsleer. Per onderwerp gaan we de diepte in, zodat je beter leert te trainen en ondertussen ook nog slimmer wordt. Dit keer gaat het over supercompensatie. Een eenvoudig maar ontzettend belangrijk principe.
Als je gaat trainen beschadig je je spieren (o.a. spierpijn). Je lichaam wil geen kapotte spieren, vandaar dat het probeert om ze te herstellen. Het bijzondere is dat de spieren niet alleen herstellen, maar zelfs iets sterker worden. Dit zorgt ervoor dat ze minder snel zullen beschadigen. Voor jou heeft dit tot gevolg dat je sneller of sterker wordt. In bovenstaande afbeelding is supercompensatie grafisch weergegeven.
Supercompensatie is de basis van trainen. De grafiek maakt duidelijk waarom het zo belangrijk is om voldoende rust te nemen en geeft alvast een voorproefje op periodisering. Het is nu ook duidelijk waarom het helpt om te taperen voor een wedstrijd.
In latere blogs gaan we verder in op periodisering, overreaching en overtraining. We gaan het hebben over hoe je het goed moet doen, maar ook hoe en waarom het fout kan gaan.